Blogreeks Omgevingswet: de Kruimelgevallenregeling en de Omgevingswet

Op 1 januari 2024 zal de Omgevingswet in werking treden. Wat gaat er veranderen? Om u goed voor te bereiden, organiseren wij op 7 december 2023 een seminar over deze nieuwe wetgeving. U kunt zich hier aanmelden voor het seminar. In aanloop naar het seminar informeren wij u in diverse blogs over de belangrijkste veranderingen.

De kruimelgevallenregeling

De kruimelgevallenregeling is nu opgenomen in artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (“Bor”). De regeling bevat een lijst van gevallen waarmee met toepassing van de reguliere voorbereidingsprocedure van acht weken (met eenmalige verlenging van zes weken) van het bestemmingsplan kan worden afgeweken. Bekende voorbeelden zijn een vergunning voor een bijbehorend bouwwerk of het tijdelijk afwijkend gebruik van gronden. Dit gaat derhalve sneller dan de buitenplanse afwijkingsmogelijkheden van het bestemmingsplan (op grond van artikel 2.12. eerste lid onder a sub 3 Wabo). Daarbij wordt de uitgebreide voorbereidingsprocedure toegepast (zes maanden met een verlenging van maximaal zes weken)

Wat verandert er onder de Omgevingswet?

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal het Bor vervallen. Ook de kruimelgevallenregeling zal daarbij niet terugkeren in de Omgevingswet.  

Het doel van de Omgevingswet is om meer ruimte te bieden aan gemeenten om eigen regels op te stellen. Het is dan ook niet geheel verrassend dat het aan de gemeente gaat zijn om te bepalen welke regels van het Bor ze terug willen laten komen in het Omgevingsplan.

Daarbij is het opnemen van een ‘kruimelgevallenregeling’ minder interessant dan voorheen. Een groot voordeel was namelijk dat niet de uitgebreide, maar de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de procedure voor een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit standaard de reguliere procedure. Het voorgaande geldt ook voor de meeste buitenplanse omgevingsplanactiviteiten. De noodzaak een kruimelgevallenregeling op te nemen in het omgevingsplan ontbreekt daarom. Echter, kan een gemeente er nog steeds voor kiezen deze kruimelgevallen op te nemen in het omgevingsplan. De benaming hiervoor is een binnenplanse omgevingsplanactiviteit. Het dient dan als afwijkingsregel van het omgevingsplan.

Hoewel het een stuk minder interessant geworden is om de kruimelgevallen op te nemen in het omgevingsplan, kunnen eventuele huidige beleidsnota’s van gemeenten ten behoeve van de kruimelregeling standhouden door de grote beleidsvrijheid van gemeenten onder de Omgevingswet. De meeste gemeenten hebben beleidsnota’s opgezet om het College overzicht en houvast te geven in kruimelprocedures. Deze beleidsnota’s stellen bijvoorbeeld (extra) algemene regels vast waar het College rekening mee moet houden in een kruimelgevallenprocedure. Het behouden hiervan hoeft overigens niet. Het is aan de gemeente welke regels zij willen behouden en van welke zij af willen stappen binnen het Omgevingsplan.  

Overgangsrecht

Op grond van het overgangsrecht worden alle aanvragen die ingediend zijn voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, onder het oude recht behandeld. Ook de kruimelgevallen. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning, die is ingediend na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zal standaard onder de reguliere voorbereidingsprocedure vallen. Als de aanvraag een buitenplanse omgevingsvergunning betreft, dan is sprake van de uitgebreide voorbereidingsprocedure als het bevoegd gezag dit van toepassing heeft verklaard. Verwezen wordt naar blog 5 van deze blogreeks over de omgevingsvergunning.

Een overzicht van alle blogs in de blogreeks Omgevingswet kunt u hier vinden.