De man en de vrouw zijn ruim 11 jaar met elkaar getrouwd als eind 2015 de echtscheiding tussen hen beiden wordt uitgesproken. Zij hebben met behulp van een mediator in goed overleg afspraken met elkaar gemaakt over de gevolgen van de echtscheiding. Deze afspraken zijn door de mediator vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. In dat convenant hebben zij afgesproken dat de man geen partneralimentatie hoeft te betalen omdat de vrouw inmiddels met haar nieuwe vriend samenwoont. Blijkbaar was de liefde van korte duur, want na een paar maanden verlaat de vrouw haar nieuwe vriend en gaat zij bij haar ouders wonen. Enige tijd daarna dient de vrouw tot grote verbijstering van de man bij de rechtbank een verzoek in omdat zij alsnog partneralimentatie wil ontvangen. Zij legt aan haar verzoek ten grondslag dat het convenant vanaf het begin niet aan de wettelijke maatstaven heeft voldaan, dan wel dat sprake is van een wijziging van omstandigheden.
Omdat de man het absoluut niet eens is met het verzoek van de vrouw, komt hij bij mij op kantoor met de vraag om hem bij te staan in deze procedure. Uit de verhalen van de man, maar ook uit de gespreksverslagen van de mediator, blijkt dat partijen door de mediator zijn geïnformeerd over hun rechten en plichten en de consequenties van het samenwonen van de vrouw voor haar recht op partneralimentatie. Omdat de vrouw op dat moment al samenwoonde met haar nieuwe vriend, is afgesproken dat de man geen partneralimentatie hoeft te betalen.
De vrouw stelt in de procedure bij de rechtbank dat zij niet samenwoonde met een nieuwe vriend, maar tijdelijk bij een collega inwoonde omdat zij niet de beschikking had over een eigen woning. De man stelt zich echter op het standpunt dat wel degelijk sprake was van een samenwoning. Omdat de man en de vrouw in die tijd nog een redelijk goed contact met elkaar hadden, heeft de vrouw in meerdere WhatsApp-berichten aan de man laten weten dat zij zich heel fijn voelt bij haar nieuwe vriend, verliefd op hem is en de man desondanks soms nog mist. Zij geeft ook aan dat zij in een nieuw gezin, een nieuwe vriendengroep en een nieuwe familie is geïntegreerd. Verder heeft de vrouw aan de man een foto gestuurd van haar nieuwe tatoeage met daarin de naam van haar nieuwe vriend. Bovendien gebruiken de vrouw en haar nieuwe vriend hetzelfde e-mailadres waarin hun beide voornamen zijn verwerkt. Ook blijkt uit de Basisregistratie Personen van de gemeente dat de vrouw een aantal maanden op het adres van haar nieuwe vriend ingeschreven heeft gestaan. De WhatsApp-berichten, foto’s en e-mails zijn door de man als bewijstukken bij de rechtbank ingediend. De man is van mening dat uit deze bewijsstukken blijkt dat de vrouw op het moment van de echtscheiding met haar nieuwe vriend samenwoonde en ook de intentie had om duurzaam met hem samen te leven op grond waarvan zijn alimentatieverplichting definitief tot een einde is gekomen.
De rechtbank geeft in haar beschikking aan dat de man aan zijn stelling dat de vrouw ten tijde van het echtscheidingsconvenant heeft samengewoond als ware zij gehuwd voldoende feiten en omstandigheden ten grondslag heeft gelegd en daarvan voldoende bewijs heeft ingebracht. De rechtbank is het met de man eens dat de alimentatieverplichting van de man definitief is geëindigd op grond van artikel 1:160 BW en wijst het verzoek van de vrouw tot het vaststellen van partneralimentatie af. Een mooie en terechte beslissing voor de man!
Zoals bijna alle branches, hebben ook de rechtspraak en de advocatuur hun manier van werken aangepas...
Is het een ouder toegestaan om na een echtscheiding met een minderjarig kind naar een andere woonpla...
De beslissing om te scheiden is moeilijk, doet pijn en gaat meestal gepaard met heftige emoties. De...