Wanneer moet ik partneralimentatie betalen?
De wet bepaalt dat na het einde van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap de ex-partners nog verplicht zijn om elkaar financieel bij te staan als de ander niet of niet volledig in staat is om de eigen kosten te dragen. U bent dus alleen verplicht om partneralimentatie te betalen als uw ex-partner niet zelf voldoende inkomen heeft om de kosten van het eigen levensonderhoud na scheiding te dragen. Als hij of zij dat niet volledig kan en dus om een bijdrage vraagt, dan geldt ook nog dat u wel over voldoende draagkracht moet beschikken om de benodigde bijdrage te kunnen betalen. Gemiddeld wordt slechts in 16% van de echtscheidingen partneralimentatie toegekend (statistieken CBS).
Dat ligt aan de behoefte van uw ex-partner en uw draagkracht. De behoefte wordt bepaald op basis van de welstand tijdens het huwelijk en de in redelijkheid te verwachten toekomstige kosten. Als het behoeftebedrag hoger is dan wat uw ex-partner in redelijkheid zelf kan verdienen, dan is het verschil de behoefte aan partneralimentatie. De draagkracht wordt bepaald door uw besteedbaar inkomen te berekenen en daarop bepaalde lasten in mindering te brengen (voor meer informatie hierover: zie het rapport van de Expertgroep Alimentatienormen, te vinden op www.rechtspraak.nl. Is de behoefte van uw ex-partner hoger dan uw draagkracht, dan is de draagkracht het maximale wat u moet betalen, is uw draagkracht echter hoger dan de behoefte, dan vormt de behoefte het maximum wat u moet betalen.
De termijn voor partneralimentatie is volgens de wet (nog altijd) 12 jaar, te rekenen vanaf de datum dat de echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Of u ook daadwerkelijk gedurende deze termijn moet betalen hangt af van de omstandigheden. Gemiddeld wordt, in de gevallen dat partneralimentatie wordt toegekend, deze 5 à 6 jaar betaald. Dit komt omdat een wijziging kan optreden in behoefte (alimentatiegerechtigde kan geheel in de kosten van eigen levensonderhoud voorzien) of draagkracht (alimentatieplichtige wordt werkloos, gaat met pensioen of moet van baan wijzigen), of de alimentatiegerechtigde gaat samenwonen met een ander.
Bij huwelijken die korter dan 5 jaar hebben geduurd, waaruit geen kinderen zijn geboren, is de termijn voor partneralimentatie (maximaal) zo lang als het huwelijk geduurd heeft.
Alhoewel al een aantal jaren gesproken wordt over andere wetgeving ten aanzien van partneralimentatie, is de wet tot op heden nog niet veranderd. Het wetsvoorstel is al meerdere keren aangepast en komt na de laatste aanpassing in feite alleen nog neer op een verkorting van de onder 3 bedoelde termijn, met bepaalde uitzonderingen. Als de wet in de toekomst gewijzigd zal worden, zullen de nieuwe regels hoogstwaarschijnlijk alleen gelden voor echtscheidingen waarvan het verzoek na de ingangsdatum van de nieuwe wet wordt ingediend.
Als u geregistreerd partner bent gelden dezelfde regels als voor echtgenoten en moet u dus partneralimentatie betalen als uw ex-partner daaraan behoefte heeft en u draagkracht heeft. Als u samenwoont heeft u in principe geen verplichting om partneralimentatie aan uw ex-partner te betalen, tenzij u daarover afspraken heeft gemaakt in een samenlevingscontract.
De wet bepaalt dat de verplichting om partneralimentatie te betalen eindigt als de ex-echtgenoot die aanspraak maakt op alimentatie gaat samenwonen met een ander “als waren zij gehuwd”. De ex-echtgenoot die op die grond wil stoppen met betalen, moet (als de andere ex-echtgenoot dit betwist) bewijzen dat hiervan sprake is. Dat is nog best lastig. De Hoge Raad heeft bepaald dat 5 criteria moeten worden bewezen, zie ook de blog van mijn collega Paulette Vellekoop. De lastigste hiervan zijn de samenwoning zelf, de gemeenschappelijke huishouding en de wederzijdse verzorging. Als uw ex-partner hertrouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat eindigt uw verplichting overigens ook, maar dat is natuurlijk veel minder moeilijk te bewijzen.
Op grond van de wet (artikel 1:402a BW) moet alimentatie worden geïndexeerd met een jaarlijks door de Minister van Justitie vast te stellen percentage. Als u niet uitdrukkelijk heeft afgesproken dat indexering achterwege blijft, moet u de alimentatie dus op grond van de wet indexeren. U moet dat zelf doen. Op de website van EBH Legal vindt u jaarlijks omstreeks eind november/begin december het indexeringspercentage dat voor het volgende jaar is vastgesteld.
Als u de eerder vastgestelde of overeengekomen alimentatie niet meer kunt betalen, bijvoorbeeld omdat u werkloos bent geraakt of om een andere reden niet meer voldoende draagkracht heeft, kunt u aanpassing van de alimentatie verzoeken bij de rechter. Dit kan in beginsel altijd als sprake is van gewijzigde omstandigheden, die van invloed zijn op uw draagkracht. U kunt niet om wijziging vragen als u een beding heeft gemaakt dat de alimentatie in de toekomst niet zal worden gewijzigd, tenzij sprake is van dusdanige omstandigheden (die niet aan u te wijten zijn) dat u niet langer aan de alimentatieverplichting kan worden gehouden.
Als uw ex-partner de door de rechter vastgestelde alimentatie niet betaalt, kunt u een deurwaarder of het LBIO (www.lbio.nl) inschakelen om de alimentatie te incasseren. Als uw alimentatie niet is vastgesteld door de rechter, dan moet u dat eerst laten doen. U heeft daarvoor een advocaat nodig.
Als het goed is, is al vastgesteld wat u nodig heeft aan alimentatie, namelijk het verschil tussen uw reële uitgaven na de scheiding en uw eigen mogelijkheid om een inkomen te verdienen (verdiencapaciteit). Als uw ex-partner te weinig draagkracht had om in uw aanvullende behoefte te voorzien, dan kunt u eventueel later om aanpassing van uw alimentatie verzoeken als u denkt dat uw ex-partner inmiddels meer draagkracht zou kunnen hebben. U moet daarvoor dan wel concrete aanwijzingen hebben.
Heeft u vragen over partneralimentatie die hier niet tussen staan of heeft u een andere vraag over familierecht? Neemt u dan gerust contact met mij of een van mijn collega’s op via info@ebhlegal.nl
Heeft u vragen op het gebied van familierecht? We helpen u graag
In een eerdere blog heb ik geschreven over vervangende toestemming tot erkenning van een kind. Het k...
Initiatiefwetsvoorstel aangenomen Op 28 maart 2017 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvo...
U zal de term vast wel eens voorbij hebben horen komen in de media: vechtscheiding. Er wordt veel ge...